Houston we have a problem. Crash. Down. Afgelopen week is het onvermijdelijke gebeurd. Ik ben gecrasht. Het is klaar. Mijn koek is op, de emmer is vol en de batterij is leeg.
De vrouwen onder ons kennen het denk ik wel: het verschil tussen huilen en janken. Bij huilen kun je er nog redelijk uitkomen en het kan zelfs nog elegant zijn ook (denk aan dé Maximatraan). Maar janken, oei. Keiharde tranen die met een overweldigend snikkend geluid schokkend hun aantreden doen. So not charming. En stoppen gaat ook niet. Ik heb wel een uur buitenaardse geluiden geproduceerd tot ik bijna van het bed stuiterde van mijn eigen gesnik. Letterlijk en figuurlijk gecrasht. Compleet in paniek belde ik Bassie op: Ikkk kann nnnietniet stopppen mmmet huiléééééééééééééén (wauw, sorry babe, wat moet jij geschrokken zijn haha).
Mijn schouders zijn niet breed genoeg
Samen met Bassie naar de huisarts. Verbaast was ie niet. “Ik vind dat je het nog lang volgehouden hebt”. Klopt. Ik heb mijn best gedaan om de ballen zo lang mogelijk omhoog te houden. Maar ook mijn schouders zijn niet breed genoeg. Ik had het zo graag gedaan. Ik had zo graag alle problemen opgelost of weggewuifd. Realistisch? Welnee, maar proberen zou ik het.
Ik heb keihard gevochten voor mijn gezin
De arts zei ook nog: “dit is ook echt niks om je voor te schamen”. Schamen? Ben je mal. Ik ben trots. Op mezelf, op mijn man en op mijn kind. De hele wereld mag weten dat ik keihard gevochten heb voor mijn gezin. Dat ik mezelf voorbij ben gelopen met een postnatale depressie tot gevolg, ok dat is even wat minder. Maar hé, ook hier komen wij hier weer uit. Het heeft tijd, tranen en vooruit: ook wat buitenaards gebalk nodig. Maar ook hier komen we wel weer uit. Sterker dan ooit.