Eind oktober hadden we ein-de-lijk hét plusje: wij zijn zwanger! Begin juli zouden wij ons eerste kindje verwachten. Een spannende tijd brak aan. Een tijd vol vermoeidheid, misselijkheid en zo’n beetje alle zwangerschapskwaaltjes die er zijn. Maar ach, het is voor een goed doel! Na 12 weken was alles goed, we konden de hele wereld laten weten dat jij ons leven zou verrijken. En toch, na de echo’s waar je toch al een duidelijk ‘blopje’ was, is het besef er nog niet. Word ik echt moeder?
Roze of blauwe muisjes?
De 20-weken echo deed zijn aantreden. Het cliché is waar: het maakt op dat moment echt niet uit of je een jongen of meisje bent, wees gewoon maar gezond. En hoe ironisch: alles leek gezond totdat we gingen kijken of het roze of blauwe muisjes werden. Het was niet goed te zien. En je niertjes, die waren ook wat verwijd. Dus naar het VU: nog een echo. Die nieren, ja dat was een dingetje maar toch ook weer niet. En, er was geen twijfel over mogelijk: het worden roze muisjes. Ons hart maakte een sprongetje: een meisje! Ondertussen was de misselijkheid al wel minder maar die vermoeidheid, poeh. Ik vind zwanger zijn toch minder idyllisch dan dat het voorgesteld wordt. En toch, ondanks die kwaaltjes, was het besef er nog niet.
“Hier vertelt die ene dokter dat je misschien wel het syndroom van Down hebt”
Met 31 weken nog een echo, toch even die nieren bekijken. En nu had je ook ineens iets in je nek, of je hoofd. We zien het niet goed. Weer een verwijzing voor het VU. Stressniveau x 200%. Maar zover kwam het niet: 2 dagen later, midden in de nacht, breekt ons water. Jouw huisje, in mijn buik was kapot. Veel te vroeg, je moet blijven zitten! Met de ambulance (toeters en bellen!) naar AMC. Oordeel: gebroken vliezen dus medicijnen en rust. Althans rust…Hier vertelt die ene dokter (we zullen geen namen noemen) dat je misschien wel het syndroom van Down hebt. Stressniveau x 500%. Ok, accepteren en doorgaan. We moeten rusten. Het lijkt te werken, we mogen na anderhalve week naar huis.
Het ging toch weer mis
Ons huisje hield het daar nog een week vol. Op 22 mei, wederom midden in de nacht (sorry papa), een enorme lekkage. En dit keer wilde je niet blijven. In de auto, onderweg naar het AMC, was jij al bezig het huurcontract op te zeggen. Net aangekomen in het AMC begon het heftige werk: je was al aan het verhuizen. Omdat je met je billen eerst kwam, waren er een paar extra mensen in de kamer. In mijn beleving stond de hele kamer vol, maar het zal meegevallen zijn. Het ging zo snel, met 3 uurtjes was je er al. En gelukkig mocht je heel even bij mij komen voordat je werd weggehaald. Maar je moest snel weer weg: je had het niet heel makkelijk buiten ons huisje. En ja: kontstuit, je nieren, je hoofd of nek, je moest helemaal gecheckt worden. En daar lag ik dan: alleen. Papa was met jou mee en de verpleging was druk. Jij was blijkbaar niet de enige die ter wereld kwam die dag. Ik voelde me eigenlijk wel ok. Dan maar mensen bellen: gefeliciteerd opa’s, oma’s, ooms en tantes: Megan Ruder is geboren!
De belangrijkste mensen zijn gebeld en ik lig nog steeds alleen. What just happened? Half 8, de nachtploeg gaat naar huis. Maar niet voordat ze mij gedag hebben gezegd. “Wij gaan, het werk zit er weer op. Gefeliciteerd en heel veel geluk mama!” En dan pas is het besef er ineens: Ik ben moeder…